Jozef van Arimathea

Hij ging naar oom Jozef

die als een tinnen soldaat

door het leven schipperde

tussen nar en danseres

en beide bezong op zijn reizen.

Heeft u voor mij nog een graf

zodat ik kan rusten tot mijn soldaten

zo van mij zijn vervreemd dat

niemand mij meer kan herkennen

in hun geestelijke veldslagen.

En zullen we dan, als ik uitgerust ben,

weer reizen oom, u en ik en uw danseres.

Avonturen zoals Jona en dan samen

versmelten tot een nieuwe schepping

zonder ruimte voor de nar.