Eeuwige jeugd

Terwijl de wegen zich verleggen

het einddoel diabolisch verandert

loop ik in een rechte lijn door het leven.

Achter me kronkelen voetstappen als

dronken stempels in het zand.

Daar waar de tijd de wijzers met

zachte tikken de paden laat slaan

ziet hij me dieper in mijn jas kruipen

sjaal zorgvuldig om de nek geknoopt.

Het mag nog geen winter heten.

Dat wil ik domweg niet.